Verhuizen betekent in de meeste gevallen ook omzet voor de schoonmaakondernemers in het MKB. Het is daarom raadzaam om de tendensen binnen het verhuizen te volgen.
CBS-onderzoeker Niels Kooiman promoveerde op 18 december 2024 aan de Universiteit van Amsterdam. Hij onderzocht hoe het verhuisgedrag van mannen en vrouwen zich verhoudt tot hun opleiding en gezinssituatie.
Migratiestromen vanuit de krimpregio’s
Toen Latten in 2014 zijn onderzoek naar binnenlandse migratiestromen vanuit de krimpregio’s wilde verdiepen, wist hij door de eerdere samenwerking dat Kooiman deze interesse met hem deelde. ‘Er ontstond op dat moment steeds meer aandacht voor de demografische krimp van gebieden in onder andere Limburg, Groningen en Zeeland’, legt Kooiman uit. ‘Collega Latten wilde onderzoeken hoe het verhuisgedrag van jonge, universitair opgeleide mensen zich verhield tot deze ontwikkeling’.
Verhuisgedrag van mensen
Kooiman zocht tijdens zijn promotieonderzoek antwoord op drie vragen. Wat voor invloed heeft onderwijsniveau op het verhuisgedrag van mannen en vrouwen? Hoe vaak verhuizen mannen en vrouwen voor hun eigen carrière als zij single zijn en wanneer ze eenmaal samenwonen met een partner? En wat doen stellen bij de geboorte van het eerste kind? Om deze vragen te beantwoorden bekeek hij het verhuisgedrag van mensen in Nederland tussen de 17 en 35 jaar. ‘Na hun 35e verhuizen mensen sowieso niet veel meer naar een andere regio, dus de meeste beweging zit in de periode daarvoor’. Uit de data bleek dat mensen die uit krimpregio’s verhuizen vaak niet terugkomen. ‘Je ziet dat deze groep universitair opgeleide mensen tijdens of na de studie naar de Randstad verhuist. Daar ontmoeten ze een partner die ook studeert of dat heeft gedaan,’ legt Kooiman uit. Wanneer een dergelijk koppel gaat samenwonen, letten ze op de carrièremogelijkheden voor beide personen. ‘En twee carrières combineren vanuit één woonlocatie lukt het beste in een grote, diverse arbeidsmarkt. In Nederland is dat vooral de Randstad.’